Er is vaak frictie tussen de afbraak van schuren of stallen en steenuilbehoud met de Rood voor Rood-regeling

Zorgenkindjes van de Nederlandse natuur

Steenuilen spreken tot vrijwel ieders verbeelding maar hebben het moeilijk in Nederland. Als bewoners van het oude boeren- en cultuurlandschap met een schakering van erven, heggen, houtwallen en omheinde weilandjes met paarden en schapen zijn ze sterk afhankelijk geworden van open dorpsranden, uiterwaarden en kleinschalige landschappen in het oosten van het land. Vooral de leefgebieden in westelijk Nederland zijn onder druk komen te staan door velerlei ruimtelijke ontwikkelingen en in het oosten speelt de Rood voor Rood – regeling met de afbraak van veel boerenschuren in hoge mate parten.

Bescherming van steenuilen

Ruimtelijke ontwikkelingen waarbij steenuilen in het geding zijn vragen om een zorgvuldige aanpak. Van belang is het veilig stellen of effectief compenseren van leefgebieden; inclusief broedplek en foerageergebied. Alvorens dat kan worden uitgewerkt in goed overleg met betrokkenen is onderzoek nodig naar het voorkomen van steenuilen ter plaatse en in de omgeving, met betrekking tot bezetting door andere steenuilen en de saldering van broedparen.

EcoNatura heeft zich in de bescherming van steenuilen verdiept en met verschillende cases ervaring opgedaan.

Lees meer over steenuilen en ruimtelijke ontwikkeling.

Lees meer over steenuilen en de Flora- en faunawet.

Uilentoren

Het verdwijnen van broedplaatsen en leefplekken van steenuilen (het zogenaamde salami-effect) vraagt om een tegenbeweging in de vorm van proactief natuurbeheer. Gemeenten, landgoedeigenaren en natuurorganisaties kunnen namelijk natuurbuffers creëren met robuuste voorzieningen voor steenuilen. Sommige gemeenten hebben de steenuil geadopteerd in hun biodiversiteit-beleid. EcoNatura introduceerde daarom het idee van de uilentoren in halfopen landschappen met natuur- en cultuurbestemming, voor proactief behoud van leefgebied ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen in en rond de stedelijke omgeving. In Engeland heeft men daarmee goede resultaten geboekt.

Ook andere gebouwbewonende dieren – waaronder vleermuizen, kerkuil, boerenzwaluw en de huismus – kunnen van uilentorens profiteren met de inbouw van geschikte voorzieningen voor deze soorten. Vleermuizen kunnen bijvoorbeeld bedient worden met een klimaatstabiele kelder onder de toren. Het idee van de uilentoren van EcoNatura is onlangs opgenomen en gerealiseerd door STONE Steenuiloverleg Nederland. Het onderstaande voorbeeld is een schetsontwerp door EcoNatura, maar eenvoudiger constructies zijn mogelijk, zoals de torens uit Engeland. EcoNatura beschikt over bouwtekeningen van deze torens. De torens kunnen in architectonisch opzicht een fraaie landschappelijke toevoeging zijn en een natuureducatieve functie vervullen.

Nieuwsarchief